Het maken van wiet klonen - de techniek
Het bewortelen van klonen en het groeien van moederplanten kan het best op aarde gebeuren. Dit is de eenvoudigste en goedkoopste methode. De wietboer zal de benodigdheden al voor een deel aanwezig hebben of kan er desnoods vrij eenvoudig aankomen. Voor het maken van klonen zijn de volgende spullen nodig:
1. Een of twee T.L.-buizen (standaard kleur wit, kleur 33) of een S.L.-lamp.
2. Een luchtthermometer en een watertemperatuurmeter uit de aquariumwinkel voor het meten van de worteltemperatuur.
3. Eventueel een of ander vorm van bodemverwarming; een matje of een kabel, liefst thermostatisch geregeld.
4. Potjes of bekers gemaakt van turfmolm (4-12 cm, bijvoorbeeld Jiffypot).
5. Een wortelhormoon: Rootone F (Luxan), Rhizopon AA ...als er maar indolylboterzuur in zit.
6. Schone verse potgrond.
7. Schoon zand.
8. Perliet.
9. Een bloemenspuit (Blokker verkoopt handige pompspuiten van een liter)
10. Eventueel een vloeibare meststof als visemulsie
Vul de turfmolmpotjes met een mengsel van:
1/3 Potgrond (houdt goed vocht vast, bevat wat voedingsstoffen)
1/3 Zand (geeft stevigheid, voorkomt dat de klonen omvallen)
1/3 Perliet (geeft luchtigheid aan het mengsel)
Vul de potjes met dit mengsel, maak ze goed nat en zet ze op hun plaats onder de lamp om alvast op temperatuur te komen.
Bewortelde klonen hebben niet zozeer licht als warmte nodig voor het groeien van hun wortels. Houd de worteltemperatuur minimaal 20 graden Celsius, liefst 25 graden. Gebruik hiervoor een bodemverwarmer (matje, kabel) of houd de luchttemperatuur enkele graden hoger dan de gewenste worteltemperatuur. Gebruik voor het meten van de worteltemperatuur een of meerdere aquariumthermometers (drie tot vijf gulden).
Tip: leg er altijd bij aankoop eerst een paar naast elkaar op de toonbank, koop alleen die meters die overwegend dezelfde temperatuur aangeven.
Snijd of knip mooie groeitips van de gewenste planten. Snijd ze niet te klein, anders dalen de overlevingskansen; maak royale stekken van vijf tot tien centimeter lengte. Als je vanaf planten in het veld klonen verzamelt, neem dan altijd meerdere stekken van een plant voor de zekerheid. Omdat je nog niet zeker weet welke plant het beste wordt, kun je het beste van verschillende planten enkele klonen nemen. Verwijder direct de grootste bladeren van de nieuwe stek, aangezien die teveel vocht verdampen. Bind de klonen met een labeltje aan elkaar en zet ze direct in een emmertje met water om "flauwvallen" door vochtverlies te voorkomen. Eenmaal in het emmertje zijn de klonen een à twee dagen houdbaar, maar het is het beste ze zo snel mogelijk te planten.
Maak met een potlood of spijker een gaatje in de aarde van het potje. Doop het onderste deel van het stekje in wat hormoonpoeder en tik voorzichtig het overtollige poeder af. Plant het stekje voorzichtig in het gaatje en druk de aarde rond het plantje zachtjes aan, geef indien nodig nog wat water. Houd de klonen vooral de eerste week goed vochtig. Geef de klonen indien mogelijk regelmatig wat bladvoeding door ze te bespuiten met de plantenspuit, waarin per liter water een theelepeltje visemulsie is opgelost. Spuit na iedere bladvoeding het blad later wel weer schoon met water.
Geef de klonen vierentwintig uur licht per dag. Je kunt het geheel zien als een intensive-care unit; die zet je 's avonds ook niet uit! Na tien dagen tot twee weken zul je de eerste worteltjes door de bodem van de potjes kunnen zien groeien. Gebruik je kleine potjes, dan is het tijd om ze uit de couveuse te halen en ze over te planten. stekken in de grotere potjes kunnen nog wat langer blijven staan tot ze wat groter zijn. TIP: Maak de potjes heel goed nat voor je ze overplant; de worteltjes groeien dan eenvoudig door het papperige turfmolm heen.
Gebruik om over te potten uiteraard alleen de mooie exemplaren. Als je met verschillende soorten planten werkt, label dan ieder kloontje vanaf het begin. Bewortelde klonen kun je overplanten in ruimere potten (tien tot twintig centimeter doorsnee) en in je klonenbibliotheek zetten.
Als stekmedium zijn er ook nog steenwolblokjes (4*4 cm Grodan). Deze stekken niet beter dan turfmolm, zijn veel duurder, milieuverontreinigend (vergaat niet) en je moet ze direct gebruiken als ze klaar zijn. Ze zijn wel beter als je klonen moet transporteren, je kunt ze zelfs laten vallen, wat je met een turfmolmplantje niet moet proberen. Ze zijn wel sneller en eenvoudiger klaar voor gebruik. Je legt ze op een bedje van perliet, zodat er van onder lucht bij kan en overgiet ze met water, waarin wat hydromest opgelost als voeding. De blokjes zijn fabrieksmatig al voorzien van gaatjes, zet hierin de stekken, druk ze een klein beetje verder in het blokje, zodat ze goed stevig staan.
Het toedienen van wortelhormoon kan een stuk efficiënter als je bijvoorbeeld Rhizopon AA in pilvorm weet te krijgen. Deze pillen zijn in water oplosbaar. Je gebruikt ongeveer een pil per spuitfles van een liter waterinhoud; even schudden, kwartiertje wachten en spuiten maar! Je hoeft dus niet meer ieder afzonderlijk stekje te poederen en te planten. Je prikt de plantjes in de turfmolmpotjes of steenwolblokjes en spuit honderden kloontjes in een keer nat met wortelhormoon. Een liter is voldoende voor enkele bespuitingen de eerste 48 uur. Het hormoon dringt door de celwand in het stekje en klaar is Katrien!
Houd je van puur natuur, neem dan wat wilgentwijgen en maak daarvan een hormoonhoudend aftreksel of stop het steeltje in je mond en maak het nat met wat speeksel, zelfs dat schijnt te werken.